De strijd om de nutteloosheid
Zie jij het nut er niet van in? Of is het bittere noodzaak?
Moet een uitvinding altijd nuttig zijn? En wie bepaalt dan of het nuttig is? Wat voor de één noodzaak is, is voor de ander totaal nutteloos. Een mobiele telefoon? Eind jaren ’90 had niemand verwacht dat ze dat ding ooit zouden gebruiken. Een totaal overbodige uitvinding, dacht men toen…
In ‘De strijd om de Nutteloosheid’ onderzoeken de leerlingen in het museum allerlei uitvindingen. Van een stofzuiger tot een grote schakelkast en meer. Ze formuleren hun mening: welke uitvinding vinden ze ontzettend handig en welke zouden ze eigenlijk niet zo zouden missen? In de aansluitende workshop gaan we in op het verschil tussen kunst en techniek: functionaliteit versus vorm. De leerlingen gaan aan de slag met afgedankte apparaten. Welke onderdelen hebben nog nut en welke niet? Hoe kunnen ze dit toepassen in hun eigen uitvinding? De opdracht is een uitvinding te maken die geen nut heeft. En dat blijkt nog niet zo eenvoudig, want als je goed je best doet is overal wel een toepassing voor te vinden. De workshop sluiten we af met pitches van de leerlingen: Wie heeft de meest nutteloze uitvinding gedaan?
De strijd om de nutteloosheid sluit aan bij de volgende kerndoelen:
Mens en Natuur (kerndoel 30 en 31), Mens en Maatschappij (kerndoel 36 en 38), Kunst en Cultuur (kerndoel 48 en 49).
Dit project vindt plaats bij Oyfo Techniekmuseum. De workshop kan ook plaatsvinden op school, vraag naar de mogelijkheden.